Beleidsrichting na “cloudmoties” Tweede Kamer en digitale autonomie

Beleidsrichting na “cloudmoties” Tweede Kamer en digitale autonomie
Op 18 maart 2025 heeft de Tweede Kamer drie moties aangenomen die tijdens het plenaire debat van 13 maart over de migratie van overheids-ICT naar het buitenland door staatssecretaris Szabó waren ontraden. In lijn met de gebruikelijke werkwijze informeert hij in een recente brief de Kamer over de wijze waarop hij voornemens is deze moties uit te voeren.
Met de aangenomen moties spreekt de Kamer een duidelijke wens uit om de digitale autonomie van de overheid te versterken en ongewenste afhankelijkheden te beperken. De staatssecretaris geeft aan deze zorgen en ambities goed te begrijpen. Tegelijkertijd wijst hij op de noodzaak van een zorgvuldige aanpak: structurele veranderingen vergen tijd, afwegingen en een werkwijze die de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening waarborgt. Bestaande processen kunnen daarom niet abrupt worden beëindigd. Aangemoedigd door de Kamer zet hij in de komende periode gerichte stappen om voortgang te boeken. In de brief licht hij toe hoe hij de uitvoering van de moties vormgeeft, met oog voor zowel de zorgen van de Kamer als de praktische uitvoerbaarheid.
Concrete uitvoering en beleidsrichting
De staatssecretaris gaat in zijn brief in op de uitvoering van de afzonderlijke moties. De motie van Kamerlid Kathmann (GroenLinks-PvdA), waarin wordt opgeroepen de afhankelijkheid van buitenlandse ICT-leveranciers te verminderen, wordt expliciet genoemd. Hoewel het fragment geen verdere details bevat, blijkt uit Szabó’s reactie dat het kabinet het belang hiervan onderkent.
Verantwoord gebruik van cloudtechnologie
Een belangrijk uitgangspunt in de brief is het verantwoord gebruik van cloudtechnologie, binnen de bestaande juridische en beleidsmatige kaders. Szabó onderstreept dat het beperken van ongewenste afhankelijkheden hierbij een centrale rol speelt. De aangenomen moties geven volgens hem een duidelijke richting aan die wordt meegenomen in de verdere uitwerking van beleid en de Nederlandse Digitaliseringsstrategie.
Daarnaast worden in de brief diverse lopende initiatieven genoemd die bijdragen aan het versterken van de digitale autonomie. Voorbeelden zijn het gebruik van open source-oplossingen zoals Single Sign-On Rijk, Pleio en de ontwikkeling van de EDI Wallet-app. Ook de open source vrijgave van DigiD en de Corona-apps worden als positieve voorbeelden genoemd. De internationale samenwerking met Frankrijk en Duitsland aan de open source werkplekoplossing ‘Mijn Bureau’, waarvan de pilotfase in het tweede kwartaal van start gaat, wordt eveneens uitgelicht.
Al eerder schreef Computable over Europese alternatieven:
Ook Pieter Lacroix, managing director Leaseweb Nederland, ziet Europese alternatieven voor de diensten van Amerikaanse hyperscalers nu volop onder de aandacht komen. Volgens hem is het vervangen van Amerikaanse door Europese technologie lang niet zo spannend als menigeen denkt, tenminste als het om standaardzaken gaat. Vanwege het gemak wordt nu vaak voor oplossingen van Big Tech-bedrijven gekozen, maar dat kan veranderen. ‘Er zijn al voldoende Europese alternatieven.’ Bovendien stimuleert de Europese Commissie de ontwikkeling van een volgende generatie van cloud-infrastructuur en -diensten. Onder de vlag van Ipcei-Cis komt er een alternatief voor Amerikaanse hyperscalers. Intermax-topman Baauw stelt net als Lacroix dat de EU best in haar eigen basisdiensten, verbindingen, identiteitsbeheer, virtuele servers en ontwikkelplatforms kan voorzien. Ook voor bijvoorbeeld een database-as-a-service hoef je niet bij een Amerikaanse leverancier aan te kloppen. Alleen is het aanbod versnipperd. Een complete catalogus van diensten zoals Microsoft, AWS en Google aanbieden, ontbreekt.
Toekomstige koers
Szabó concludeert dat hij zich actief blijft inzetten voor het versterken van de digitale autonomie van de overheid en het verminderen van ongewenste afhankelijkheden. De aangenomen moties van de Kamer vormen daarbij een belangrijke leidraad voor de verdere beleidsontwikkeling.