[BOEKreview] Het grote 9-tot-5-taboe over verantwoordelijkheid binnen onderwijs, zorg en welzijn #boek
Hoe integreer je seksualiteit en intimiteit binnen jouw organisatie? Neem het heft in eigen handen en creëer bewust een comfortabele en veilige omgeving voor zowel je medewerkers als cliënten. Het is opvallend dat veel organisaties pas aandacht schenken aan seksualiteit en intimiteit nadat er hulpvragen van cliënten zijn gerezen of na incidenten van seksueel geweld. Dit is eigenlijk verbazingwekkend, gezien seksualiteit en intimiteit onlosmakelijk verbonden zijn met het leven van zowel medewerkers als cliënten. Met de juiste benadering kun je het welzijn van cliënten vergroten, onnodig leed voorkomen en wederzijds begrip bevorderen.
Christel van der Horst heeft jarenlange ervaring als expert, consultant en docent op het gebied van relaties, intimiteit en seksualiteit. Ze is samen met Jeroen Hindriks oprichter en eigenaar van Fabriek69 dat organisaties ondersteunt binnen onderwijs, zorg en welzijn.
Het boek
Het boek ‘Het grote 9-tot-5-taboe‘ benadrukt overtuigend dat protocollen alleen niet voldoende zijn. Het boek, van auteur Christel van der Horst en Jeroen Hindriks, komt in een tijd waarbij de rapporten veelvuldig de landelijke media halen waar het gaat om veilige werkomgevingen. Een veilige leef- en werkomgeving vereist open gesprekken over het onderwerp en respect voor elkaars verlangens en grenzen. Met de strategieën uit dit boek kunnen bestuurders en medewerkers binnen zorg-, welzijns- en onderwijsorganisaties de dialoog over intimiteit en seksualiteit op gang brengen, implementeren en integreren in het dagelijks beleid.
Jeroen Hindriks heeft jarenlange ervaring als expert, consultant en docent op het gebied van relaties, intimiteit en seksualiteit. Jeroen Hindriks is samen met Christel van der Horst oprichter en eigenaar van Fabriek69 dat organisaties ondersteunt binnen onderwijs, zorg en welzijn.
Eerst de kaders
De (onder)titel laat veel aan de verbeelding over. In de inleiding wordt terecht benoemd dat de meeste organisaties pas in actie komen als er een incident plaatsvindt. Dit verdient een verdere nuancering aangezien veel incidenten nog steeds die doofpot ingaan.
Lezen, leren en groeien!
Het boek is bedoeld voor bestuurders en managers, maar zou – red. – ook voor andere betrokkenen een welkom inzicht moeten bevatten. Het motto is dat het preventief te werk gaan, veel zal voorkomen. Het lijken de open deuren die wij eigenlijk al tientallen jaren voorbij zien komen in relevante onderzoeken als het reeds langdurig is misgegaan binnen organisaties. De auteurs lichten toe dat er veel (anonieme) voorbeelden en cases in het boek voorbij zullen komen.
Het boek belicht drie vitale aspecten:
- de relaties.
- seksualteit en seksueel geweld.
- intimiteit.
Het ontbreken van de dialogen, zou een van de redenen zijn waarom dit voorkomt binnen organisaties. Relevant is de “splijting” waarbij teamleden zich verdeeld voelen naar aanleiding van genoemde situaties en voorvallen binnen een organisatie. Het zou een situatie zijn die het gevolg is van het niet willen benoemen en/of optreden tegen grensoverschrijdend gedrag. We lijken in dit gedeelte van het boek de benoeming en omkadering van een geldende organisatiecultuur te missen.
Praktisch is het NIVEAU-ezelsbruggetje. Hiermee kunnen wij voorkomen dat er wordt gereageerd vanuit een eigen rugzakje. We missen soms de rol van de toepassers van NIVEAU; is dit de bestuurder? De omgeving van het slachtoffer? De meldpunten?
Na indrukwekkende voorbeelden, de taboes, de mythes, de professionals en raad van toezicht komen wij in het praktisch gedeelte van het boek. Daar waar het boek een diversiteit aan oefeningen als rode draad kent en zo in alle opzichten praktisch is geschreven.
PDCA
Centraal in het boek vinden wij het PDCA-model. Het model is overduidelijk bedoeld als handvat voor alle genoemde betrokkenen in het praktische boek. PDCA staat voor:
- Plan
- Doen
- Check
- Actie
Afsluitend praktische protocollen
Het boek van zo’n 150 pagina’s, sluit wederom praktisch af. De nadruk ligt daarbij vooral op het creëren van visie en beleid om de wantoestanden te leren voorkomen, maar ook te kunnen benoemen en op te lossen. Aangezien niet elke organisatie een keur aan “vertrouwenspersonen” biedt en/of raad van toezicht of andere intern meldpunten, lijkt het toch vooral gericht op grotere organisaties.
Wat hier nog extra benoemd zou kunnen is het omgaan met een organisatiecultuur die bestaat uit kleine teams of, heel simpel gezegd, de aanpak binnen een kleine organisatie.
De inhoud
DEEL 1 DE THEORIE
Inleiding
1. Waar hebben we het eigenlijk over?
1.1 De seksuele rechten
1.2 Signalering seksueel geweld
1.3 Splijting
1.4 Input van ouders en verwanten
2. Hoe voorkom je dat je reageert vanuit je eigen rugzak?
2.1 NIVEA (Niet Invullen Voor Een Ander)
2.2 Krokodil
2.3 ‘It’s nice to have, but not a need to have’
2.4 De genderrollen
2.5 Taboes
2.6 Mythes
3. De verschillende rollen
3.1 Zeggenschap, regie, autonomie en privacy van cliënten en leerlingen
3.2 Professionals
3.3 Ouders en verwanten
3.4 Raad van toezicht
3.5 Raad van bestuur
3.6 Management
3.7 Vertrouwenspersonen
DEEL 2 DE PRAKTIJK
Inleiding
1. Seks legt alles bloot
1.1 Nulmeting
1.2 PDCA
2. Hoe implementeer en borg je seksualiteit in de praktijk?
2.1 Visie en beleid op relaties, intimiteit en seksualiteit
2.2 Protocol
2.3 Omgangsvormen
2.4 Intake en aanmelding cliënten en leerlingen
2.5 Aannamebeleid personeel
2.6 Periodieke gesprekken en team- en werkoverleggen
2.7 Planning en controlcyclus
2.8 Aandachtsfunctionarissen
2.9 Scholing
2.10 Vertrouwenspersonen
2.11 Inspectie
3. Persoonlijke verantwoording nemen voor RIS
3.1 Bestuur en management
3.2 Machtspositie
Dankwoord
Over de auteurs
Bijlage