[OPVALLEND] ‘Kwart starters overweegt studieschuld te verzwijgen bij hypotheekaanvraag’

Uit de Startersbarometer Q2 2025 blijkt dat 22 procent van de Nederlandse starters op de woningmarkt van plan is hun studieschuld niet op te geven bij een hypotheekaanvraag. Dit onderzoek, uitgevoerd door Panelwizard onder 1.030 Nederlanders tussen de 22 en 35 jaar zonder koopwoning, toont aan dat dit besluit vaak voortkomt uit wanhoop. De helft van de ondervraagden geeft aan alleen kans te maken op een koopwoning als ze hun studieschuld achterwege laten.

Grote of juist kleine schuld

Opvallend is dat vooral starters met een zeer hoge studieschuld (tussen de 30.000 en 50.000 euro) of juist een lage schuld (minder dan 5.000 euro) overwegen deze te verzwijgen. In de groep met een studielening tussen de 5.000 en 30.000 euro ligt dit percentage op 15 procent. “Zelfs een kleine schuld kan invloed hebben op het maximale hypotheekbedrag,” stelt Hergen Dutrieux, medeoprichter van Viisi Hypotheken. “Elke financiële ruimte telt op de krappe woningmarkt. Toch is verzwijgen niet de enige optie—versneld aflossen, eventueel met hulp van familie, kan ook een oplossing zijn.”

Risico’s en gevolgen

Wie zijn studieschuld niet opgeeft, loopt aanzienlijke risico’s. Een hypotheekverstrekker kan bij ontdekking eisen dat de volledige lening direct wordt terugbetaald. Daarnaast kan de persoon in een landelijk frauderegister (EVA) worden opgenomen. Toch vindt 50 procent van de starters dat de voordelen zwaarder wegen dan de risico’s, vooral bij een kleine of juist hoge studieschuld. Dit gedrag lijkt aanstekelijk: vier op de tien respondenten kent iemand die hun studieschuld heeft verzwegen of dit overweegt. Dutrieux pleit voor een herziening van de regels: “Het huidige systeem benadeelt eerlijke starters. Omdat studieleningen inkomensafhankelijk zijn, is het risico op wanbetaling klein. Het zou daarom logisch zijn om kleinere schulden buiten beschouwing te laten.”

Uit het onderzoek blijkt dat 67 procent van de starters vindt dat studieschulden niet meer meegewogen zouden moeten worden bij hypotheekaanvragen.

Optimisme over woningmarkt

Ondanks deze uitdagingen blijft het vertrouwen in de woningmarkt groeien. Bijna een kwart van de starters verwacht nog dit jaar een woning te kopen, een stijging ten opzichte van de 16 procent in het vorige kwartaal. Dit optimisme richt zich vooral op de tweede helft van 2025. Slechts 11 procent denkt dat de situatie in de komende drie maanden al zal verbeteren.

Volgens Dutrieux dragen meerdere factoren bij aan deze positieve stemming: “Door de verkoop van voormalige huurwoningen is er meer aanbod voor starters, en velen hebben een salarisverhoging gekregen. Toch voorspellen experts verdere prijsstijgingen in 2025 en 2026, wat de positie van starters alsnog moeilijk maakt.”