[Onderzoek] Sociale media vaak betrokken bij noodsituaties

Group of People with Social Media Concept
Sociale media zijn en blijven een belangrijke informatiebron. Niet alleen voor nieuws maar ook bij noodsituaties. Whatsapp, Twitter en Facebook zijn nog steeds de belangrijkste kanalen voor informatie, dit blijkt uit onderzoek. Een klein deel van de Nederlanders vindt dat hulpdiensten ook via Youtube relevante informatie zouden moeten communiceren. Dat blijkt uit onderzoek van adviesbureau VDMMP in opdracht van het Rode Kruis. Mensen verwachten anno 2015 dat hun hulpvraag in noodsituaties door de betrokken instanties snel wordt beantwoord. Een melding via sociale media zou volgens 40% van de respondenten in 2020 net zo snel opgepakt moeten worden als een melding via 112. Meer dan de helft van de respondenten geeft aan hulpdiensten via sociale media te benaderen indien het telefoonnetwerk overbelast is.
Persoonlijk contact nog steeds het belangrijkst
Mensen aanwezig bij een noodsituatie halen hun informatie steeds vaker van sociale media. Ook andere media en telefonisch contact met familie en vrienden zijn belangrijk. Respondenten aanwezig bij een noodsituatie hebben vooral via televisie, radio, websites van lokale overheid en de Whatsapp informatie ontvangen. Twitter en Facebook volgen hierna pas. In dit digitale tijdperk is telefonisch contact nog steeds populairder dan sociale media om familie en vrienden op de hoogte te brengen van de eigen situatie. Minder dan de helft van de respondenten is van plan zelf berichten op sociale media te plaatsen, mochten zij in een noodsituatie verkeren.
Noodsituaties
Onderzoeker Niek van As van VDMMP:
Interessant is dat sociale media één van middelen is voor informatie, terwijl de bron van informatie zoals familie/vrienden, buurtbewoners, hulpdiensten en media verschillen. De bronnen komen dus bij elkaar op sociale media. De onderzoeken laten door de jaren heen zien dat sociale media vooral worden gebruikt om informatie te ontvangen bij noodsituaties, minder om zelf informatie te delen. Je zag bijvoorbeeld na de ramp met de MH17 op 17 juli 2014 in de Oekraïne dat iets minder dan de helft (45%) van de respondenten sociale media gebruikt, waarbij 90% het heeft gebruikt voor het verzamelen van informatie.
Als het gaat over alerteringen bij noodsituaties, hebben de bestaande alerteringen via bijvoorbeeld NL-Alert de voorkeur (zo’n 60%). Een extra app gebruiken om informatie te ontvangen bij een noodsituatie heeft de voorkeur van ruim 40% van de respondenten. Nieuwe mogelijkheden zien respondenten ook voor YouTube als rampenzender, maar dit gaat voor sommigen nog te ver. Inmiddels zijn halverwege 2015 de (live) streaming apps Periscope en Meerkat door enkele media, zoals RTV Noord en TV West, al omarmd als extra communicatiekanaal.
Het Rode Kruis
Om familie en vrienden te informeren bij noodsituaties is het ook mogelijk om gebruik te maken van de Rode Kruis website ‘ikbenveilig.nl’. Minder dan 5% geeft echter aan de website al te kennen. De website is bedoeld om het grotere sociale netwerk buiten directe familie en vrienden te bereiken in geval van nood.
Het Rode Kruis kan rekenen op veel burgerhulp. Indien het Rode Kruis een oproep zou doen om hulp te verlenen bij een noodsituatie geeft 49% van de respondenten aan dat zij hier gehoor aan wil geven (al dan niet via sociale media). Hun reactie is daarmee vaak dat ze een bijdrage willen leveren aan waar de hulp nodig is. Ruim een derde geeft aan zich te willen aanmelden. Dit kan inmiddels ook bij het netwerk Ready2Help van het Rode Kruis. Overigens geeft zeventig procent aan niet eerder voorlichting of tips over noodsituaties te hebben gezien van het Rode Kruis. Het onderzoek “Sociale media bij noodsituaties” is in 2012 voor het eerst landelijk uitgevoerd door adviesbureau VDMMP. In 2015 is samengewerkt met het Rode Kruis. Het onderzoek is deze keer met een geactualiseerde vragenlijst uitgezet bij een panel, voor een representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking. Ruim duizend respondenten hebben deelgenomen aan het onderzoek.
Het volledige onderzoek is te vinden op onderzoeksrapport