‘Gen Z vertrouwt socialemediaplatforms net zo veel als overheden (bij de verwerking van hun data)’

Nieuw onderzoek van Usercentrics laat verschillen tussen generaties zien op het gebied van digitaal vertrouwen, privacy en delen van data. Het vertrouwen van Gen Z in socialemediaplatforms is bijna gelijk aan hun vertrouwen in overheidsinstanties, blijkt uit onderzoek van het Europese privacytech-bedrijf Usercentrics. Op basis van een enquête onder 10.000 consumenten in Europa en Noord-Amerika – waaronder 1.000 in Nederland – laten de bevindingen een duidelijk verschil zien tussen generaties.

Zo geeft 39 % van Gen Z aan socialemediaplatforms te vertrouwen met hun persoonlijke data, tegen slechts 12 % van de Babyboomers en 22 % van Generatie X. Tegelijkertijd zegt 40 % van de Gen Z-respondenten de overheid te vertrouwen met hun gegevens, terwijl dat vertrouwen bij Boomers veel hoger ligt (66 %). In Nederland vertrouwt 58 % van Gen Z de overheid met hun data, terwijl dit onder Boomers zelfs 82 % is.

Gemak versus voorzichtigheid

Voor jongere consumenten wordt het delen van data steeds meer gezien als een praktische afweging. Zo zegt 44 % van de Nederlandse Gen Z-respondenten dat online gemak zwaarder weegt dan zorgen over privacy, vergeleken met slechts 30 % van de Boomers. Waar 77 % van de Nederlandse Boomers het gevoel heeft zelf “het product” te zijn geworden voor online diensten, is dat bij Gen Z slechts 49 %.

Toch kent deze openheid grenzen. Transparantie, sterke beveiligingsgaranties en duidelijke uitleg over hoe data wordt gebruikt, blijven wereldwijd de drie belangrijkste factoren voor digitaal vertrouwen, ongeacht de generatie.

“Gen Z is meer bereid dan andere generaties om hun data te delen, maar ze zijn daar niet naïef in”, zegt Adelina Peltea, CMO bij Usercentrics. “Ze maken bewuste keuzes over wie ze vertrouwen en wanneer ze iets delen. Dat schept een nieuwe verantwoordelijkheid voor merken. Als je hun vertrouwen wint, kun je hun loyaliteit winnen, maar alleen als je vanaf de allereerste klik transparant bent.”

De grenzen van privacy verschuiven

Het rapport laat ook zien dat de definitie van gevoelige persoonlijke gegevens verschuift. Boomers hechten vooral waarde aan de bescherming van “harde” data zoals telefoonnummers, inloggegevens en medische dossiers. Gen Z legt daarentegen meer nadruk op de bescherming van genderidentiteit, winkelwageninhoud en de geschiedenis van AI-assistenten.

Deze verschillen wijzen op een complexer privacylandschap waarin een one-size-fits-all benadering niet langer werkt.

AI: de vertrouwensproef

Kunstmatige intelligentie versnelt de noodzaak voor duidelijke en ethische omgang met data. Hoewel Gen Z het meest openstaat voor het delen van data voor AI, voelt 59 % van alle consumenten zich ongemakkelijk bij het idee dat hun gegevens worden gebruikt om AI-modellen te trainen. Verder geeft 48 % aan AI minder te vertrouwen dan mensen bij de verwerking van hun persoonlijke data.

“Dit is een cruciaal moment voor merken”, aldus Adelina Peltea. “De volgende golf van digitale interactie wordt gebouwd op data die met toestemming is verzameld. De merken die winnen, zijn degenen die privacy begrijpelijk, waardevol en onderdeel van de gebruikerservaring maken, en niet een juridische bijzaak.”

Het rapport sluit af met de conclusie dat organisaties die transparantie en keuzevrijheid centraal stellen, het vertrouwen van jonge generaties kunnen winnen — en daarmee hun toekomst veiligstellen.