Denemarken schrapt verplichte chatcontrole uit EU-wetsvoorstel

Denemarken schrapt verplichte chatcontrole uit EU-wetsvoorstel

De Deense regering heeft besloten om de omstreden verplichting tot chatcontrole te verwijderen uit het Europese wetsvoorstel dat bedoeld is om kindermisbruik op internet te bestrijden. Het plan, dat onder leiding van de Deense minister van Justitie Peter Hummelgaard is aangepast, voorzag oorspronkelijk in een systeem waarbij chatdiensten automatisch berichten en afbeeldingen zouden moeten scannen op materiaal dat met kindermisbruik te maken heeft — zelfs wanneer die communicatie end-to-end versleuteld is.

Door de aanpassing blijft de bestaande, vrijwillige aanpak voorlopig van kracht. Momenteel mogen chatdiensten uit eigen initiatief berichten en mediabestanden controleren op mogelijk misbruik, mits zij daarvoor toestemming hebben van hun gebruikers. Deze tijdelijke regeling loopt nog tot april 2026.

Volgens Hummelgaard was de wijziging noodzakelijk om een realistische kans te behouden dat het voorstel in de Europese Raad en het Europees Parlement voldoende steun krijgt. Een verplichte scanplicht zou volgens hem te ver gaan en kon ertoe leiden dat het hele voorstel zou stranden, waardoor opsporingsinstanties uiteindelijk met minder middelen zouden komen te zitten.

Het oorspronkelijke voorstel, ingediend door de Europese Commissie, riep vanaf het begin veel weerstand op. Critici, waaronder diverse lidstaten en privacyorganisaties, waarschuwden dat een algemene scanverplichting neerkomt op massale surveillance van privécommunicatie. Ze betoogden dat dit fundamentele rechten zou schenden, zoals het recht op privacy en vertrouwelijke communicatie. Vooral landen als Duitsland en Nederland uitten forse bezwaren tegen het verplicht controleren van versleutelde berichten.

Met het schrappen van de scanplicht lijkt de Deense minister tegemoet te komen aan die zorgen. De focus verschuift nu naar het verbeteren van bestaande opsporingsmethoden en samenwerking tussen platforms en autoriteiten, zonder inbreuk te maken op versleuteling. Het doel blijft hetzelfde: de bestrijding van online kindermisbruik, maar nu via een meer gebalanceerde en juridisch houdbare aanpak.

Het aangepaste voorstel moet later dit jaar opnieuw worden besproken door de Europese lidstaten. Daarbij zal blijken of de nieuwe, afgezwakte versie voldoende draagvlak krijgt om te worden omgezet in wetgeving.