Kamervragen ChristenUnie over sociale media vanaf 16 jaar
Clinic ‘HOE SOCIAL MEDIA MARKETING IN 2024 IN 1 KLAP ANDERS WERD’ 08 mrt, 14:00 uur
De ChristenUnie heeft de staatssecretaris voor Digitalisering Kamervragen gesteld over het aanmaken van socialmedia-accounts vanaf 16 jaar en de toegepaste leeftijdsverificatie. Aanleiding hiervoor is berichtgeving van BNR over een reclamecampagne van Instagram, die ouderlijk toezicht promoot. Echter, slechts een klein aantal gebruikers blijkt deze functie daadwerkelijk te gebruiken.
Ina Koning, universitair hoofddocent orthopedagogiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, spreekt van ‘screenwashing’.
Het lijkt alsof Meta erg betrokken is, maar ze weten heel goed dat dit niet effectief is in het beschermen van tieners.
Onlangs heeft de Tweede Kamer een motie van NSC en ChristenUnie aangenomen, die het kabinet oproept om wettelijke eisen te stellen aan leeftijdsverificatie bij de verkoop of het gebruik van online diensten.
“Kunt u aangeven wat de wettelijke verplichtingen zijn met betrekking tot socialmediagebruik onder 16 jaar? In hoeverre voldoen socialmediabedrijven, en specifiek Meta, hieraan? Acht u deze aanpak voldoende?”, wil ChristenUnie-Kamerlid Ceder van de staatssecretaris weten. “Is het volgens u haalbaar om ouderlijk toezicht voor jongeren onder 16 jaar te handhaven? Zo nee, hoe kijkt u naar de mogelijkheid om deze uitzondering te schrappen en socialmedia-accounts pas vanaf 16 jaar toe te staan?”, vraagt het Kamerlid verder. Volgens de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG) mogen kinderen onder de 16 jaar alleen met toestemming van hun ouders een online account aanmaken.
Szabo moet ook duidelijk maken hoe het staat met de ontwikkeling van het wetsvoorstel naar aanleiding van de aangenomen motie van NSC en ChristenUnie voor het borgen van wettelijke leeftijdsverificatie. “In hoeverre acht u zero proof knowledge identity proof technologie betrouwbaar en geschikt om verplicht te stellen, via de wet of via lagere regelgeving?”, sluit Ceder zijn vragen af. De staatssecretaris heeft drie weken om te reageren.
